Uitleg Present Perfect.
- De present perfect wordt gevormd door:
Have(has)
+ Volt. deelwoord. (3)
Gebruik:
- Het resultaat is nu nog belangrijk.
- Iets begon in het verleden en is nog niet voorbij.
Voorbeelden:
- I have finished my work.
- I have lived here since 1993. (en woon er nog steeds)
Voltooid deelwoord:
- Bij gewone werkwoorden komt er ED achter de stam.
- Bij onregelmatige werkwoorden: kolom 3
FOR/SINCE:
- for -wordt gevolgd door een periode (for six years)
- since -wordt gevolgd door een tijdstip. (since 1984)
Woorden waarbij je vaak de Present
Perfect gebruikt::
- already,ever,never,yet,since,for,so far, up till
now, lately etc.
Uitleg
Past Simple:
Vb: I walk ............... I walked
yesterday.
- De gebeurtenis is geheel in het
verleden,
- dat kun je zien aan woorden
als: yesterday,
- ago, last, 1981, when I was a
baby etc.
- In vragende en ontkennende
zinnen krijg je: Did + hele werkwoord.
Behalve bij hulpwerkwoorden en vormen van BE (am-is-are-was-were)
Vb: I walked to
school (Bevestigende zin)
Did you walk
to school? (Vragende zin)
I didn't walk to school.
(ontkennende zin)
- Onregelmatie werkwoorden hebben
een eigen vorm en de Past simple staat in de tweede kolom.
VB: go - went - gone (went is past simple)

|
|